Relais, zei u?

[Lisez notre traduction française ici.]

 

De ‘technische’ termen die eigen zijn aan de tolkenwereld zijn heel vaak Franse woorden: décalage, cheval, retour, enzovoort. Vandaag sta ik even stil bij nog zo’n leenwoord waar tolken mee schermen: relais.

 

Een relais is door de band genomen nodig zodra een vergadering drie à vier werktalen telt. Ik geef u het voorbeeld van een van de klanten van Déesse. De hoofdtaal van de Europese ondernemingsraad van die klant is het Engels. Dat betekent dat de meeste presentaties die de directie geeft voor de werknemersafvaardiging, in het Engels zijn. Die afvaardiging omvat medewerkers uit België, Frankrijk, Polen, Tsjechië, Spanje en Duitsland. In totaal moet dus getolkt worden naar zes talen: Nederlands Frans, Pools, Tsjechisch, Spaans en Duits. Twaalf tolken in totaal. Aangezien het Engels de hoofdtaal is, schakel ik steeds tolken in die het Engels ook actief beheersen, dat wil zeggen, tolken die ook vanuit hun moedertaal naar het Engels kunnen tolken. Het Engels is dan de ‘retourtaal’. Meer over de retour in een later blogartikel. Wat ons nu bezighoudt, is het relais. Maar daarvoor hebben we wel de retour nodig. Waarom?

 

Stel nu dat de Poolse delegatie na een presentatie in het Engels (die ze dus heeft kunnen begrijpen dankzij de Poolse tolken) een vraag wil stellen in het Pools. De kans is reëel dat de tolken van bijvoorbeeld de Spaanse of Franse cabine het Pools niet machtig zijn. Slechts weinig tolken spreken zes talen, laat staan exact de werktalen van de vergadering. In werkelijkheid is het nog iets vervelender: tijdens deze specifieke opdracht beheersen enkel mijn Poolse tolken het Pools. Dat neemt echter niet weg dat de Vlamingen, Fransen en Duitsers, samen met hun andere collega’s, nog steeds een vertolking naar hun moedertaal verwachten, ongeacht de talencombinaties die mijn tolken rechtstreeks kunnen dekken.

 

Op dat moment vindt de magie plaats, dankzij de retourtaal, het Engels in dit geval. De Poolse tolken vertalen dan het Pools naar het Engels en de andere cabines beluisteren niet het Poolse origineel want dat begrijpen ze niet, maar wel de Engelse vertolking om die vertolking om te zetten naar hun eigen moedertaal zoals het Spaans of het Tsjechisch.

 

Neemt een Fransman het woord en begrijpt de Nederlandse cabine het Frans niet, dan kunnen de tolken Nederlands luisteren naar de Engelse (retour)vertolking van de Franse tolken en zo naar het Nederlands tolken.

 

Het klinkt allemaal moeilijker dan het in werkelijkheid is voor de tolken. In de praktijk komt dat neer op een correcte instelling van de tolkenposten (de toestellen met de microfoon op) in de cabines. Elke tolk stelt de talen in die hij begrijpt en waarnaar hij kan luisteren als hij de spreker niet begrijpt. Neemt een spreker het woord in een taal die de tolk niet begrijpt, dan kan hij met één druk op de knop luisteren naar de collega’s die vertalen naar een taal die hij wel begrijpt.

 

Op relais tolken heeft ook een aantal nadelen, zoals de decalage die dubbel zo lang wordt, maar die nadelen wegen niet op tegen de praktische voordelen van het relais.

 

 

 

Sébastien Devogele

Author: Sébastien Devogele

Sébastien Devogele is een conferentietolk. Via deze blog houdt hij jullie graag op de hoogte.